Nadat we in de vorige uitgave van Bikefreak de verschillende standaarden bij trapassen onder de loep hebben genomen, kijken we deze maand eens kritisch naar de standaarden op het gebied van wielnaven. Want ook hier is de keuze enorm.
Vroeger was alles simpel. Je wielnaven hadden 9 mm (voorwiel) en 10 mm (achterwiel) dikke, doorgaande, massieve assen met schroefdraad die je in de uitvaleinden van je voorvork en frame schoof en met een moer aandraaide. De inbouwbreedte was 100 (voorwiel) resp. 135 mm (achterwiel). De schroefdraad op de as kwam zowel van pas bij het vastzetten van het wiel, als bij het afstellen van de lagers, die – uiteraard – nog van het traditionele cup & cone-type waren. De naaf van het achterwiel had eveneens schroefdraad waar een ‘pion’, een freewheel met daarop een pakket van hooguit 6 tandwielen, op geschroefd werd. Deze constructie stamt uit de tijd van de ‘Hollandse’ fiets en voldeed prima voor de eerste terreinfietsen. Men wist ook niet beter…
Lees het volledige artikel in het online Bikefreak-magazine nummer 94. Meld je GRATIS aan als abonnee op deze pagina