Het zadel en de handvatten vormen de ‘zachte’ contactpunten. Op deze punten maakt je lijf bijna direct contact met de fiets, met enkel een fietsbroek of een paar handschoenen als tussenlaag. Bovendien is ieder mensenlijf anders gevormd. Voor deze componenten is de materiaalkeuze dus uiterst persoonlijk!
Zadel
Zadelpijn is wellicht de meest gehoorde klacht onder fietsers. En alle adviezen en aanbevelingen van medebikers ten spijt, is het ideale zadel voor iedereen anders. Dat heeft alles met ergonomie te maken: vanwege persoonlijke lichaamskenmerken en voorkeuren stelt iedere fietser andere eisen aan zijn of haar zadel. Waar moet je op letten?
M/V
Hierboven wordt niet geheel toevallig onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen, want het meest fundamentele onderscheid in zadeltypen is het geslacht van degene die erop zit. Bij mannen zitten de zitbotjes dichter bij elkaar dan bij vrouwen, en is het bekken meer rechtop gepositioneerd. Daarom zitten mannen doorgaans het best op relatief smalle zadels, en kan de overgang van de zadelneus naar de brede achterkant vrij smal gehouden worden (een Y-vorm). Vrouwen hebben bovendien een flexibeler bekken dat sneller geneigd is om voorover te kantelen, waardoor ze juist baat hebben bij een breder zadel met geleidelijke overgang van neus naar achterkant (een V-vorm).
Terwijl het gewicht van de fietser via het bekken op het zadel steunt, is het daarentegen zaak om de schaamstreek te ontlasten. Daarom worden zadels steeds vaker voorzien van een ‘Relief channel’: een uitsparing in het midden van het zadel die de druk op de ‘weke delen’ moet voorkomen. Ook hier zit er natuurlijk een groot verschil tussen mannen en vrouwen: een herenzadel heeft bij voorkeur een holte die zo ver mogelijk naar achteren over het zadel loopt, terwijl deze uitsparing bij een dameszadel liefst meer op de neus van het zadel zit en wat breder is.
Zadelbreedte
En als we het hebben over smalle en brede zadels, hoe bepaal je dan de juiste zadelbreedte? Die kun je inschatten aan de hand van een meting van je zitbotjes (de zitbreedte), in combinatie met je houding op de fiets. Om met de eerste te beginnen: je zitbotjes zijn het onderste deel van het bekken, waarmee je het zitvlak van een stoel raakt als je rechtop zit. De afstand tussen deze botjes is gemakkelijk te meten met behulp van een stuk ribbelkarton: leg het stuk karton op een harde, vlakke ondergrond en ga erop zitten. Meet de afstand tussen de punten waar de indrukking het sterkst is en je bent klaar. Zadelfabrikant Ergon heeft zelfs een apparaat dat deze meting tot op de millimeter nauwkeurig kan doen!
Vervolgens is het de vraag hoe je op de fiets zit. Naarmate je meer voorover gestrekt zit, zoals op een triatlonfiets, heb je namelijk een smaller zadel nodig. Als je bekken voorover kantelt, zit je namelijk niet meer op de zitbotjes zelf, maar komt er druk op het deel van het bekken tussen de zitbotjes. Zit je rechtop op de fiets, bijvoorbeeld op een stadsfiets, dan moet het zadel juist extra breed zijn om rondom de zitbotjes steun te bieden. Om tot de juiste keuze te komen stemmen de meeste fabrikanten hun zadels af op de discipline (race, MTB XC, MTB enduro, etc.), en adviseren vervolgens op basis van de zitbreedte de juiste maat.
Toepassing
Daarnaast zijn er zadels voor specifieke toepassingen. Zoals de e-bike: omdat deze krachtiger vooruit wil en vlotter klimt dan een ongemotoriseerde fiets, is wat extra ondersteuning bij het zitvlak wenselijk. Daarom hebben zadels die specifiek voor e-bikes zijn gemaakt een soort schansvorm, die ervoor zorgt dat je niet onnodig over het zadel gaat schuiven en steviger zit. Bij een downhillbike wordt het zadel daarentegen zelden gebruikt om op te zitten, maar dient het des te meer als middel om de fiets te beheersen. Daarom heeft een specifiek DH-zadel vaak een profiel op het zitvlak en een vorm die helpt bij het sturen en in bedwang houden van de fiets.
Uitvoering
Zadels zijn er dus in soorten en maten, maar gelukkig is de constructie doorgaans hetzelfde. Aan de onderkant van het zadel zitten de rails: een onderstel uit stalen, titanium of carbon staafmateriaal met een diameter van 7 mm. Hierop rust een kunststof (of carbon) schaal, waarover een laag padding (meestal schuimrubber) is aangebracht. Daaroverheen zit de toplaag, die bestaat uit (kunst)leer of kevlar. Uitzondering op deze bouwwijze zijn zadels voor dirtjump-bikes en BMX’en, die het Pivotal-systeem gebruiken. Hierbij is een vertande ronding in de kunststof zadelschaal geïntegreerd, die precies in de vertanding van een Pivotal-zadelpen valt.
Handvatten
Je zult je misschien afvragen wat er te kiezen valt aan handvatten – dat zijn toch slechts simpele ronde, rubberen omhulsels van de stuureinden? Als je ooit last hebt gehad van hand- of polsklachten zul je begrijpen hoe belangrijk de juiste grips zijn. Want je brengt via je handen flinke krachten over op het stuur, en er is een reëel risico op problemen met de gewrichten en de zenuwbanen.
Maat
Net als het zitvlak is geen enkele hand hetzelfde, en handen variëren in de eerste plaats in grootte. Hier is niet zo zeer een onderscheid tussen mannen en vrouwen, al zijn vrouwen gemiddeld kleiner dan mannen en hebben ze kleinere handen. Handvatten zijn er in verschillende diameters en lengten, om optimaal bij de uiteenlopende handformaten en voorkeuren te passen.
Om de juiste maat grips te vinden, kun je het best verschillende modellen uitproberen, al zal het voor zich spreken dat iemand met kleine handen meestal het best smalle handvatten kiest, en iemand met uitgesproken grote handen juist liever een set dikke rubbers om zijn stuur heeft.
Vorm
De tijd dat handvatten alleen in een ronde vorm verkrijgbaar waren, is al lang voorbij. Inmiddels is er voldoende onderzoek naar hand- en polsklachten onder fietsers gedaan om de vorm van het handvat nog beter aan te laten sluiten bij de hand. Twee veelvoorkomende blessures zijn een irritatie van de zenuwen in de handpalm, vlakbij de pink, en het carpaal tunnelsyndroom, waarbij zenuwbanen, pezen en bloedvaten in het polsgewricht bekneld raken.
Fabrikant Ergon ontwikkelde daarom handvatten met een zogenaamde ‘Wing’-constructie, die de hand aan het uiteinde van het stuur extra ondersteunt. Daardoor wordt het contactvlak met de hand vergroot ten opzichte van een ronde grip, en kan worden voorkomen dat de hand bij de pols een knik maakt, met alle risico’s van dien.
Uitvoering
De meeste MTB-grips zijn gemaakt van rubber of rubberachtig materiaal, wat zoals welbekend een gunstige verhouding tussen schokdemping en grip heeft. Voor de echte grammenjagers is schuimrubber een interessante keus; wel zijn comfort en grip bij dit materiaal beduidend minder.
Minstens zo belangrijk als het materiaal, is het profiel van het oppervlak. Hierin is de keuze bijna eindeloos, maar een insidertip onder downhillrijders is het ‘diamantprofiel’, dat wordt gevormd door een fijn patroon van piramidevormige puntjes. Maar ook hier is uitproberen de beste manier om de ideale grip te vinden.
Tot slot zijn handvatten met stuurklemming aan te bevelen. Niet alleen zijn deze veel gemakkelijker te (de)monteren dan handvatten zonder klemringen; ook kunnen ze onder het rijden niet meer verdraaien. De kunststof huls die voor deze constructie onder het oppervlak van de grip loopt, heeft wel invloed op het comfort en/of de dikte van het handvat, want het uitwendige rubber moet ter compensatie dunner (dus harder) worden uitgevoerd – of blijft even dik als een handvat zonder inwendige huls, met een grotere buitendiameter tot gevolg.
Tekst: Michel Romen
Foto’s: Michel Romen/Ergon
Met
dank aan:
Canyon Home & Ergon Bike Ergonomics
Magazine Blog © Bikefreak-magazine