Of het nu om een piek in de Alpen gaat, of een venijnig klimmetje in je lokale MTB-route: de weg naar boven is altijd een interessante beproeving. Je moet je krachten verdelen, de fiets beheersen en de moed erin houden om hoogtemeters te winnen. Maar dan liggen de bergen aan je voeten!

Hoewel afdalen qua rijtechniek het meest uitdagend is, stelt ook menig beklimming de fietsbeheersing op de proef. Met steile secties, afwisselende ondergrond en zware krachtsinspanningen kan een beklimming het uiterste vergen van je krachten én van je rijtechniek. Gelukkig hebben mountainbikes een efficiënt schakelsysteem en banden met veel grip, waardoor je flinke hellingen kunt bedwingen. Nu nog zorgen dat je deze hulpmiddelen optimaal benut.

De juiste versnelling

Met soms wel 50 tanden op de cassette hebben mountainbikes voor iedere hellingsgraad een geschikte versnelling aan boord. Toch is het lichtste verzet niet altijd de beste keus. De ‘granny gear’ is alleen te gebruiken op lage snelheid, en door het grote koppel op het achterwiel gaat de fiets gemakkelijk steigeren of slippen (daarover later meer). Dat maakt het moeilijker om de fiets onder controle te houden.

In plaats van bij elke klim meteen naar de lichtste versnelling te schakelen, is het beter om bij iedere beklimming een passend verzet te kiezen. Kun je een aanloop nemen en met een paar krachtige pedaalslagen een bult bedwingen? Kies dan een wat zwaarder verzet waarmee je snelheid kunt meenemen. Of gaat het juist om een lange klim waar je je krachten moet verdelen? Begin dan in een relatief lichte versnelling om te voorkomen dat je te vroeg uitgeput raakt.

Een regelmatig trapritme is van belang om je spieren efficiënt te gebruiken. In het beste geval rijd je telkens met een trapfrequentie van 70 tot 90 pedaalomwentelingen per minuut. Dit is in het algemeen een goed uitgangspunt bij het schakelen. Merk je dat je trapfrequentie onder de ondergrens komt, dan is het tijd om lichter te schakelen. Gaan je pedalen juist sneller dan 90 omwentelingen per minuut, dan kun je waarschijnlijk wel een tandje zwaarder trappen. Ter indicatie: bij 90 tpm maak je 3 pedaalslagen per seconde (bijvoorbeeld links-rechts-links).

Steigeren of slippen

Rijtechniek – klimmen
Een steigerend voorwiel is een duidelijk teken dat je gewichtsverdeling niet optimaal is.
Rijtechniek – klimmen
Als het achterwiel doorslipt, ligt je zwaartepunt te ver voorop.

Een beklimming kan op de weg natuurlijk al loodzwaar zijn, maar bij een offroad klim komt er nog een dimensie bij: het terrein. Extreem steile passages en een variërende ondergrond brengen je aan de grenzen van je fietsbeheersing. Vaak is het duidelijk als deze grenzen bereikt zijn, namelijk als het voorwiel van de grond komt óf als het achterwiel doorslipt.

In beide gevallen is je gewichtsverdeling het voornaamste probleem. Ligt je lichaamszwaartepunt namelijk te ver achterop de fiets, dan heeft de achterband voldoende grip maar wordt het voorwiel onvoldoende aan de grond gedrukt en komt het omhoog. Ligt je zwaartepunt juist te ver voorop de fiets, dan rust er niet genoeg gewicht op het achterwiel om grip te behouden.

Rijtechniek – klimmen
Een compacte, lage zithouding is de gulden middenweg.

Hoe zorg je nu dat je de fiets bergop onder controle houdt? Blijf om te beginnen op het zadel zitten. Hiermee heb je een belangrijk contactpunt met de fiets en spaar je energie. Je benen hoeven immers niet je eigen gewicht te dragen. Bovendien komt je lichaamszwaartepunt laag te liggen, waardoor je veel aan stabiliteit wint. 

Dit effect kun je vergroten door je ellebogen omlaag te drukken en je bovenlijf dichter bij het stuur te brengen. In deze houding wordt het bovendien moeilijker om aan het stuur te trekken en de fiets te laten steigeren. Let op dat je ellebogen niet naar buiten klappen, maar vlak langs je lijf lopen.

Ga vervolgens op zoek naar de ‘sweet spot’ – de optimale houding voor de betreffende klim. Dit doe je door met je gewicht op het zadel voor- of achterwaarts te schuiven, afhankelijk van de situatie. Ga je naar achteren, dan krijgt de achterband meer grip; verplaats je je zitvlak voorwaarts op het zadel, dan ontstaat er meer druk op het voorwiel.

Een lange adem

Maar het rijtechnische aspect is niet altijd het grootste obstakel. Een beklimming is uiteindelijk voor iedere rijder een fysieke én mentale uitdaging. Training is natuurlijk essentieel om een echte klimgeit te worden, maar met de juiste mindset kan elke rijder plezier aan het klimmen beleven.

Rijtechniek – klimmen

Zie je bijvoorbeeld letterlijk en figuurlijk op tegen een lange beklimming? Let dan op een constante cadans en deel de klim dan in je gedachten op in kortere stukken. Bijvoorbeeld van haarspeldbocht naar haarspeldbocht, of richt je telkens op de volgende schaduwplek. Het bereiken van deze mijlpalen geeft telkens een beetje voldoening en maakt de ‘eindeloze’ weg naar boven nét wat minder eindeloos.

Heb je altijd moeite met een kort maar pittig klimmetje, focus dan op het eind van de klim en vertrouw erop dat je het kunt. Concentreer je op je techniek – met name je houding en versnellingskeuze. Probeer in de aanloop naar de klim in te schatten op welke punten je het best kunt schakelen, en zorg dat je zwaartepunt laag en voorop de fiets zit.

Vaak helpt het ook om tijdens een klim juist aan iets heel anders te denken, wellicht iets wat helemaal niets met fietsen te maken heeft. Of verheug je alvast op de afdaling, ook een mooie beloning voor het harde werken bergop!

Rijtechniek – klimmen

Michel Romen is een expert op het gebied van MTB-rijtechniek. In zijn boek Bike Skills vind je alles over rijtechniek en materiaal, schitterend in beeld gebracht met talloze foto’s en afbeeldingen. Het boek is verkrijgbaar op www.bikeskills.nl.

Tekst: Michel Romen
Foto’s: Ricardo Meertens/Archief Bike Skills

Magazine Blog © Bikefreak-magazine

Bikefreak-magazine