Na een lange klim is er niets lekkerder dan een flink stuk afdalen. Aangedreven door de zwaartekracht over uitdagende singletrails jakkeren. De grenzen van controle opzoeken – maar nog net niet overschrijden. In dit artikel de voornaamste do’s en dont’s voor maximale flow bergaf.

Gestrekte armen beperken je bewegingsvrijheid, en zijn alleen in de meest extreme situaties geoorloofd.

Een technisch uitdagende afdaling vereist enorm veel skills. In de eerste plaats draait het om de basics: anticiperen, goede beheersing van de remmen, en altijd de juiste houding om je gewicht optimaal over de fiets te verdelen. Voor velen betekent dat laatste dat je bij elke afdaling van begin tot eind met je achterwerk op de band moet zitten, en hangend aan het stuur de diepte in duikt.

Hoewel het vaak een betere optie is dan op het zadel te blijven zitten, is de hierboven beschreven houding verre van ideaal. Een gestrekte houding maakt het onmogelijk om schokken en hoogteverschillen op te vangen, omdat je armen en benen hiervoor beweegruimte nodig hebben. Zonder die beweegruimte vorm je een star geheel met de fiets en kun je de wielen niet meer gericht belasten en ontlasten, al naargelang de omstandigheden.

Rijtechniek – afdalen

Wat is dan wel een geschikte houding? Om daarachter te komen, kun je het best weer teruggrijpen naar de basics. Te beginnen met de aanvalshouding: staan op de pedalen, armen en benen licht gebogen, ellebogen naar buiten. Let vervolgens op je gewichtsverdeling op de fiets. Die is eigenlijk altijd optimaal als je lichaamsgewicht voornamelijk door je voeten gedragen wordt. In die situatie worden de wielen gelijkmatig belast (met een lichte nadruk op het achterwiel) en oefen je hoofdzakelijk via de trapas kracht uit op de fiets. Dat resulteert in veel stabiliteit. Wil je checken of het goed zit met je gewichtsverdeling, doe dan het testje uit uitgave 98 van dit magazine: houd het stuur vast met alleen je duimen en wijsvingers. Dat lukt alleen als je lichaamsgewicht op je voeten rust. Is het pad te ruw voor dit testje, ga dan op zijn minst na of je handen niet te veel kracht uitoefenen op het stuur.

Probeer deze gewichtsverdeling vast te houden, ook bergaf. Merk je dat de hellingshoek verandert en het pad steeds steiler afloopt? Breng het stuur dan geleidelijk aan verder van je bovenlijf. Hierdoor volgt de fiets de helling van het pad, maar blijft je lichaamszwaartepunt boven de trapas. Je isoleert jezelf van de bewegingen van de fiets en wordt geen passagier, maar houdt juist de regie en controle over de fiets. Soms komt je zitvlak door deze techniek alsnog vlak boven de achterband terecht, maar dat is dan een gevolg van deze flexibele manier om de fiets te hanteren, en niet de uitgangspositie.

Steil en technisch

Rijtechniek – afdalen
Een lage positie op de fiets is de sleutel naar bewegingsvrijheid onder zelfs de meest extreme omstandigheden.

Er zijn echter hellingen die zo steil zijn, dat je armen gestrekt raken in je poging om het stuur van je bovenlijf weg te bewegen. Voor een kort moment is daar niets mis mee, maar je kunt beter wat beweegruimte overhouden om de fiets bijvoorbeeld over onverwachte obstakels te dirigeren. Daarom is het bijzonder effectief om je zwaartepunt te verlagen, door constant ver in je armen en benen te zakken en zo je bovenlijf dichter bij de grond te brengen. Met een verstelbare zadelpen is het tegenwoordig heel gemakkelijk om voldoende ruimte op de fiets hiervoor te creëren. Een laag zwaartepunt is altijd goed voor de wegligging en je ledematen houden wat extra ‘veerweg’ over voor onvoorziene en nóg extremere situaties.

Het bovenstaande is goed te bestuderen bij deze korte maar heftige afdaling over een steile rotsplaat:

Rijtechniek – afdalen
Door bovenaan niet bij voorbaat naar achteren te gaan hangen, maar bij de overgang het stuur geleidelijk verder van het bovenlijf weg te bewegen, sta je de fiets toe om zich steeds steiler omlaag te richten terwijl je lichaam niet mee voorover kantelt.
Rijtechniek – afdalen
Op het steilste stuk blijven je armen gebogen, als je bovenlijf maar laag genoeg op de fiets zit. Dat biedt reserves voor onverwachte moeilijkheidsfactoren.
Rijtechniek – afdalen
In dit geval komen die moeilijkheden helemaal aan het eind, waar de helling vrij abrupt weer overgaat naar horizontaal. Gelukkig op tijd gezien, en met de genoemde reserves goed te overwinnen.

Snel en flowy

Rijtechniek – afdalen

De meeste afdalingen zijn echter niet extreem steil en technisch, maar juist snel en zelfs lekker vloeiend. Ook dan is de aanvalshouding in combinatie met een laag zwaartepunt, dat boven de trapas blijft, een recept voor succes. Let op dat je op lange, snelle afdalingen niet verstijft, maar soepel en veerkrachtig op de fiets blijft rijden. Grijp kleine obstakels zoals wortels of uitstekende stenen aan om een bunnyhop overheen te maken, of juist om ertussendoor te slalommen. Een scherpe blik die ver vooruitkijkt is daarbij van boven tot onder van levensbelang.

Tekst: Michel Romen
Foto’s: Ricardo Meertens/Michel Romen/Archief Bike Skills

Bikefreak-magazine